We hebben het in de afgelopen blogs vooral gehad over de theoretische kant van preventie; wat betekent preventie, waarom is het belangrijk, wat is het preventiebeleid en wie zijn er bij dit beleid betrokken? Nu is het tijd voor een praktisch voorbeeld van een preventie programma. Vandaag duiken we in een interventie die sinds 2019 onder voorwaarden vergoed wordt door de basisverzekering; de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI). Deze interventie pakt het groeiende probleem van overgewicht bij volwassenen aan. Maar waarom is dit belangrijk, hoe wordt dit gedaan en waar lopen deze programma’s nog op vast? Lees snel verder!
50% van Nederlanders heeft matig of ernstig overgewicht
In 2020 had 50% van de volwassenen in Nederland matig of ernstig overgewicht. Overgewicht hangt samen met een verhoogde kans op verschillende ziekten, zoals diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten en bepaalde soorten kanker. Bovendien is een groot deel van de ziektelast toe te schrijven aan factoren te te maken hebben met leefstijl en (gevolgen van) overgewicht (zie Figuur 1 - cijfers o.b.v. 2015). Ook coronarisico’s zijn groter bij overgewicht.
Figuur 1. Bron: Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 (VTV-2018)
Om overgewicht te verminderen en daarmee de risico’s te verkleinen, werken de deelnemers van GLI aan hun leefstijl. Hierbij ligt de focus op beweging, gezonde voeding en eetgewoontes en duurzame gedragsverandering. Het programma bestaat uit groepsbijeenkomsten en individuele contacten, waarvan de hoeveelheid verschilt per programma. Een GLI duurt ongeveer twee jaar en bestaat uit twee delen: een behandelfase (van ongeveer 9 maanden) en een onderhoudsfase. Er zijn momenteel vier erkende GLI-programma’s in Nederland; SLIMMER, BeweegKuur, CooL (Coaching op Leefstijl) en Samen Sportief in Beweging.
GLI is niet voor iedereen met overgewicht
Niet iedereen komt in aanmerking voor een GLI. Allereerst wordt er onderscheid gemaakt tussen mensen met overgewicht en obesitas. Er is sprake van overgewicht als iemand een BMI van 25 of hoger heeft. Om deel te mogen nemen, moet er bij mensen met overgewicht ook een verhoogd risico op hart- en vaatziekten of een verhoogd risico op diabetes 2 vastgesteld zijn. Wanneer iemand een BMI van 30 of hoger heeft, kan sowieso deelgenomen worden aan GLI. In dat geval is er sprake van obesitas of ernstig overgewicht. In principe is de GLI alleen voor volwassenen. Echter, als de verwijzer en de GLI-aanbieder inschatten dat een adolescent vanaf 16 jaar baat heeft bij het volgen van GLI en hiertoe in staat is, kan er een uitzondering gemaakt worden.
Op 31 maart 2021 werd geschat dat er 17.890 mensen aan de GLI deelnemen of het programma hebben afgerond (zie Figuur 2). In 2018 gaf het RIVM aan dat zo’n 3,5 miljoen Nederlanders voor een GLI in aanmerking komen. Het aantal deelnemers is nu dus ongeveer 0,5% van de doelgroep. Al klinkt dit als nog vrij weinig, is dit sinds het voorjaar van 2020 wel een verdubbeling van deelnemers. Het gaat dus wel vooruit. Ook is het de vraag of de doelgroep écht 3,5 miljoen is, want de deelnemers moeten ook zelf gemotiveerd zijn om hard te werken aan leefstijlverbetering om in aanmerking te komen voor het programma.
Figuur 2. Bron: Gecombineerde leefstijl interventie 2021: verdubbeling aantal deelnemers (RIVM)
Een GLI programma in de praktijk
Wanneer iemand in aanmerking komt voor gecombineerde leefstijlinterventie, wordt diegene verwezen door de huisarts of medisch specialist naar een GLI aanbieder. GLI aanbieders kunnen uitsluitend leefstijlcoaches, diëtisten, fysiotherapeuten en oefentherapeuten zijn, en moeten minimaal aan hbo-leefstijlcoach competenties voldoen. Elke GLI aanbieder heeft toestemming gekregen van de eigenaar van één van de erkende GLI programma’s om hun programma te geven. Ze kunnen dit programma alleen aanbieden, maar ook in samenwerking met anderen. Om te zorgen dat dit programma vergoed wordt, is een contract met een zorgverzekeraar nodig. In de praktijk is het vaak makkelijker om dit contract te regelen via een zorggroep (samenwerkende zorgaanbieders). Vervolgens maakt de zorggroep afspraken met GLI-aanbieders. Ook als GLI samenwerkingsverband is het makkelijker een contract op te zetten dan individueel, wat je ook terugziet in Figuur 3.
Figuur 3: Bron: Gecombineerde leefstijl interventie 2021: verdubbeling aantal deelnemers (RIVM)
Een nieuw GLI programma introduceren blijkt moeilijk
Er zijn dus op het moment vier erkende GLI programma’s. Wanneer je een nieuwe leefstijlinterventie wilt opzetten, moet je door een erkenningstraject. In dit traject wordt bepaald of de interventie voldoet aan de opgezette criteria voor effectiviteit, kwaliteit en uitvoerbaarheid. In de praktijk blijkt echter dat het vrij lastig te bepalen is aan welke criteria er moet worden voldaan. De ondertussen bestaande GLI programma’s verschillen niet alleen in wat ze specifiek aanbieden, maar ook in de vorm en inhoud van hun eindrapporten (zo is het rapport van SLIMMER 7 pagina’s en dat van BeweegKuur 237 pagina’s). In deze eindrapporten wordt beschreven hoe de pilot studie opgezet is en wat de resultaten zijn. Dit bepaalt uiteindelijk of het programma erkend wordt. Omdat deze rapporten zo verschillen, is het lastig handvatten te vinden om te bepalen welke onderdelen er in een eindrapport moeten zitten om goedkeuring te krijgen.
Wanneer zo’n programma eenmaal goedgekeurd is, zijn de problemen echter nog niet als sneeuw voor de zon verdwenen. Zo gaf Menzis in 2020 aan dat zelfs de erkende GLI programma’s vaak nog onbekend zijn bij zorgverleners. Ook gaf een derde van de huisartsen in onderzoek aan dat financiering een probleem is. Huisartsen noemen vooral dat een leefstijlconsult niet vergoed wordt. Dit is een gesprek waarin de huisarts de leefstijl van een patiënt bespreekt, advies geeft en als het nuttig lijkt en aan de voorwaarden voldoet wordt, een verwijzing kan geven naar een GLI programma.
Digitaal of fysiek?
Momenteel zijn er partijen bezig met het implementeren van volledig digitale GLI programma's. Met de COVID-19 crisis zou een digitaal programma grote voordelen bieden ten opzichte van fysieke programma’s. Zo hebben zorgverzekeraars de zorgaanbieders de ruimte gegeven om de bestaande GLI-zorg tijdelijk op afstand te leveren, waarvan de effectiviteit nog geëvalueerd moet worden. Maar ook wanneer alles weer fysiek kan, kan zo’n digitaal programma voordelen bieden. Zo kunnen mensen op eigen moment deelnemen, video’s terugkijken en ook informatie van technologie als smartwatches integreren. Hier tegenover staat dat de voordelen van groepscohesie mogelijk minder zijn. Zo wordt in het eindrapport van BeweegKuur genoemd dat mensen binnen beweeggroepen elkaar sterk motiveerden. Ook werd aangegeven dat het moeilijk was om deelnemers via telefonisch gesprek te bereiken en te motiveren (zie eindrapport van CooL). Wanneer met Nederlands onderzoek is aangetoond dat de volledig digitale programma’s aan de effectiviteitseisen voldoen, kunnen deze ook gefinancierd worden binnen de basisverzekering. Wanneer dit het geval is, zal het ook meer ingezet worden en dan kan er ook meer vergelijkingsonderzoek gedaan worden naar wat effectiever is.
Meer over effectiviteit
Over effectiviteit gesproken, vanaf 12 augustus 2021 is het RIVM begonnen met een speciaal register voor gegevens van gecombineerde leefstijlinterventies. Dit hoort ingevuld te worden door de aanbieders van de GLI, met toestemming van deelnemers. Het doel hiervan is zowel om verder onderzoek te kunnen doen naar de effecten en kosten, maar ook kunnen zorgprofessionals hun resultaten onderling vergelijken en zo hun behandelingen verbeteren.
De komende tijd zal er dus nog veel gebeuren betreft onderzoek en nieuwe programma’s. In het thema preventie zijn de GLI’s vooral bedoelt om verergeringen te voorkomen. Maar waarom hebben we eigenlijk niet al eerder een check om te kijken of we wel gezond zijn, zoals bij de tandarts? Izel verdiept zich deze week in dit thema!
Wil je meer doen met preventie in de zorg, maar weet je niet zo goed waar je moet beginnen? De hele zomer staat bij Zorgstelsel Unpacked in het teken van preventie. Wil je niks missen? Meld je dan hier aan.